San Pantaleo is zo’n plek die je niet zomaar bezoekt, maar die je overkomt. Een dorp dat voelt alsof het een eigen ritme heeft, een eigen licht, een eigen adem. Het ligt op een plateau tussen de indrukwekkende granietreuzen van de Monti di San Pantaleo, precies tussen Olbia en de Costa Smeralda, maar zodra je het binnenrijdt lijkt het alsof de wereld even ruisloos wordt. Zelfs als je het niet van plan was, vertraag je hier automatisch.
De meeste toeristische websites vertellen je dat het een “schilderachtig dorpje met een mooi plein” is. Dat klopt — maar het is maar een fractie van het verhaal. Het echte San Pantaleo is rauwer, authentieker en veel verrassender.
Wat veel mensen niet weten, is dat San Pantaleo in de jaren ’50 en ’60 bijna leegliep. Jongeren vertrokken naar de steden, werk was schaars en veel huizen stonden stil. Het dorp zakte langzaam weg, zoals zoveel Sardijnse bergdorpjes destijds. Tot er iets onverwachts gebeurde: kunstenaars ontdekten de plek opnieuw. Niet omdat het hip was, maar omdat het licht hier letterlijk anders valt. Wanneer de zon ondergaat en de roze granietrotsen oplichten, ontstaat er een soort alpengloed die je op weinig andere plekken ziet. Fotografen, schilders en keramisten raakten verslingerd aan dit licht — en bleven. Dat was het begin van de wedergeboorte van San Pantaleo. Geen grote investeringen, geen marketing, maar pure aantrekkingskracht.
Die creatieve ziel voel je vandaag nog steeds. Het centrale plein is niet zomaar een plein, maar de buitenkamer van het dorp. ’s Ochtends verzamelen bewoners zich hier met een espresso in de hand. Ze praten, lachen, groeten elkaar bij naam, en kinderen fietsen tussendoor. Het leven gebeurt hier — niet voor de toerist, maar voor elkaar. En jij mag meekijken.
Daarom voelt San Pantaleo anders: het is authentiek levend. Het aantal ambachtelijke ateliers rondom het plein is ongewoon hoog voor zo’n klein dorp. Keramiek, sieraden, zilverwerk, houtbewerking — hier wordt nog echt gemaakt. Geen import, geen imitatie. Als je door de smalle straatjes loopt, hoor je soms het gerinkel van gereedschap of het zachte gezoem van een oven die brandt. De makers werken letterlijk achter de deuren van de winkels. En dat maakt elk stuk uniek, met een verhaal dat je kunt voelen.
Ook de omgeving draagt bij aan dat gevoel. De natuur rondom San Pantaleo is krachtig en tijdloos. De granietformaties zijn in duizenden jaren gevormd door wind en erosie, waardoor ze bijna organisch ogen: ronde ruggen, grillige torens, zachte glooiingen. Het dorp ligt bovendien in een natuurlijke windcorridor, waardoor het op warme zomerdagen net iets koeler is dan in omliggende plaatsen. Een subtiel verschil, maar iedereen die in augustus reist zal het waarderen.
Net buiten het dorp vind je een natuurlijke bron, de Fonti di Surrau, waar locals nog steeds hun drinkwater halen. Je ziet mensen met flessen en jerrycans stoppen en zonder haast hun voorraad vullen. Bijna geen enkele toerist kent deze plek — maar het hoort bij het echte leven van San Pantaleo.
Veel bezoekers komen voor de markt op donderdag, en terecht. Maar wat deze markt bijzonder maakt, is dat het één van de weinige markten op Sardinië is waar vooral lokale makers zelf achter de kraam staan. De gemeente houdt bewust vast aan streng beleid tegen import- en namaakproducten. Je vindt hier dus echte ambacht. Als je de markt in alle rust wilt meemaken, ga dan vroeg: rond 08.30 uur zijn de meeste kramen al open, het licht is zacht en het plein bruist nog vooral van bewoners. Vanaf 10.00 uur vult het zich met bezoekers en wordt de sfeer levendiger.
Toch is de markt niet de beste plek om het allermooiste keramiek te vinden. Daarvoor moet je in de straatjes achter de kerk zijn, waar de ateliers van de beste makers zitten. Soms zie je zelfs rook uit de ovens komen of staat er nog vers werk te drogen. Hier koop je stukken die met liefde en vakmanschap zijn gemaakt, en die nergens anders te krijgen zijn.
Als je even wilt ontsnappen aan de drukte, loop dan achter de kerk het zandpad omhoog. Binnen een paar minuten bereik je een rotsrichel die uitkijkt over de vallei. Dit is de sunset spot die vooral locals kennen. Wanneer de zon achter de bergen zakt, kleuren de rotsen rondom je langzaam roze. Het is een magisch, stil moment dat je niet snel vergeet.
In het hoogseizoen is parkeren soms een uitdaging, maar een simpele truc helpt: kies voor de zuidkant van het dorp, richting Via Zara. Daar is meestal plek, ook in augustus.
San Pantaleo is geen plek waar je een hele dag plant. Het is een plek waar je binnenkomt, voelt, wandelt, ontdekt, een espresso neemt, een stuk kunst meeneemt dat je raakt, en daarna verder rijdt. Het past perfect in elke route door Noord-Sardinië: charmant, warm, inspirerend, en toch rustig genoeg om je hoofd en hart even op te laden.
En als je na het dorp nog energie hebt, ligt de rest van de regio aan je voeten. Olbia ligt op maar twintig minuten rijden, ideaal voor een avondwandeling of een etentje in de stad. Porto Cervo vind je op een kwartiertje afstand — perfect voor wie de luxe van de Costa Smeralda wil proeven. En de stranden? Denk aan Liscia Ruja, Rena Bianca en La Celvia: turquoise water en goud zand, allemaal op slechts tien tot twintig minuten van San Pantaleo.
Wie Noord-Sardinië wil begrijpen, moet San Pantaleo voelen. Het is niet alleen mooi — het is een plek met een ziel. Een plek die je reis verrijkt, zelfs als je er maar een paar uur bent.
Reactie plaatsen
Reacties